Bij het proces van innerlijke groei gaat het vooral om de beweging naar binnen en overgave aan het leven.
We zijn vaak sterk gericht naar buiten: Iets neerzetten in de wereld en ons laten leiden door de reacties van anderen. We proberen het goed te doen en te vermijden dat we beschadigd worden.
Hoe meer we naar buiten zijn gericht, hoeveel groter vaak de angst voor afwijzing. Hoe harder je je best doet om iets weg te duwen, hoe meer je erin vast komt te zitten.
De weg naar binnen
Het belang van het ‘naar binnen gaan’ is, dat het ons helpt om uit de verstrikkingen te komen die we met de buitenwereld hebben.
Wat kom je tegen als je met je aandacht naar binnen gaat? Allereerst misschien onrust, gedachten, spanningen in je lichaam. Het kost tijd om uit de overlevingslagen en patronen van het dagelijks leven te stappen. Gaandeweg leer je de drijfveren daarachter herkennen.
We bewegen door verschillende lagen in onzelf heen en weer : de overlevingslaag van ons ego, met de maskers die we hebben ontwikkeld om ons ‘veilig’ te stellen; een laag van angsten en kwetsbaarheid, van emoties en verzet; soms beland je in eenzaamheid of wanhoop. Het kan ook zijn dat je stilness, rust en vrede ervaart, of in contact komt met vreugde, blijdschap of levenslust.
Wat al doende kan ontstaan is een proces van het openen van het hart, en het ontwikkelen van kracht in het hart om met verschillende emoties en gevoelens om te gaan. De gevoelens van vreugde geven tegenwicht aan het verdriet, rouw e.d. die we ook meer gaan voelen als het hart zich opent.
Houdingsverandering
Als we naast vreugde ook pijn leren accepteren als onderdeel van het leven, komt er ruimte voor een diep herstel van verbinding met jezelf. Er ontstaat weer heelheid, verbinding met wat gefragmenteerd is geraakt.
We hoeven niet perfect te zijn. We hoeven angst, woede of eenzaamheid niet leuk te vinden, maar ontwikkelen een andere manier om ermee om te gaan. Dit vraagt om een houding van zachtheid en acceptatie, en ook van moed. We hebben moed nodig om met angsten te leren dealen, ze aan te gaan in plaats van allerlei vermijdings- en overlevingstrucs in te zetten.
Het is een geleidelijk proces, want ons lichaam, gevoelsleven en gedachtenwereld hebben tijd nodig. Onze geest heeft de neiging om vast te houden aan ideeën en gedrag, en ons lichaam en zenuwstelsel hebben het nodig om containment te ontwikkelen – het vermogen om emoties te bevatten vanuit rust en draagvermogen.
Stillness helpt onszelf meer te kunnen dragen. We zijn dan in contact met ons bewustzijn dat we meer emoties en gevoelens tegelijkertijd kunnen hebben. We ontwikkelen stilness en containment door de oefeningen en meditaties.
Open contact met je hart is belangrijk om de keuze te kunnen maken om te gaan voor waar je ten diepste in gelooft. Ongeacht wat mensen denken, wat je binnenin en buiten jezelf tegenkomt. Alle consequenties accepteren. ‘Dit is wezenlijk en juist voor mij en ik leer dealen met wat daarbij hoort’.
Door de houding van zachtheid en de diepere keuze vanuit je essentie zit je minder vast aan je emoties. Ze zijn er, je ervaart ze, en gaat weer verder.Dit geeft duidelijkheid, richting en bestaansrecht. Je kunt beter je depressie of teleurstelling verdragen – bent geen slachtoffer meer van dit deel van jezelf.
De diepere verbinding met je essentie kan zich uitbreiden. Er komt meer stillness vanuit je kern en je ervaart deze ook meer om je heen. Je ontwikkelt de kwaliteit tot contemplatie.